Startpagina
Terugblik op de Keti-koti
vergadering van Wi Sten van 27 juni 2009
Terugblik op de Keti-koti
vergadering van zaterdag 27 juni 2009 in Amsterdam, georganiseerd door Wi
Sten. Een openbrief van Roël Lugard aan de organisatoren
Beste Gilly, Ivan, Glenn, Vincent en Kaikusi,
(Ivan zou je mijn mail willen doorsturen naar andere
mensen die bij de organisatie betrokken zijn, ik heb niet alle
e-mailadressen)
Het feit al dat mensen zo open in discussie met elkaar
kunnen gaan over het slavernij verleden en Keti-koti is toe te juichen.
Iedereen die bijgedragen heeft tot het succes van gisteren, zaterdag 27 juni
2009, wil ik hierbij bedanken. Ook voor het feit dat ik als Marron hierin
betrokken ben, wil ik jullie bedanken. Ik hoop dat de aanbevelingen die uit
de tafeldiscussies zijn gekomen, goed gebruikt kunnen worden voor de nota
waarover Glenn heeft gesproken.
Ik was uitgenodigd om daar een toespraak te houden en
later ben ik gevraagd om als tafeldiscussieleider op te treden. Ik heb
geprobeerd mijn eigen verhaal niet te belangrijk te maken. Maar met deze
mail wil ik wel terug kijken naar gisteren. Mij zijn een aantal zaken
opgevallen en ik noem ze geen fouten. Ik denk dat wij die gisteren daar
waren ook nog steeds bezig zijn met het slavenverleden een plek in ons leven
te geven.
Ik zal daarom hieronder proberen om een paar zaken onder
jullie aandacht te brengen. Het is niet mijn bedoeling om mensen te kwetsen,
maar juist om samen met jullie te proberen, in het proces van het
slavenverleden een plek te geven, verder te komen.
-
Het slavenverleden is
voor mij: Het aanvoeren van slaven uit Afrika, het onmenselijke en
vernederende leven van de slaven op de plantage, de marronage, de
vredesverdragen met Marrons, de verdeel- en heerst politiek, de
redimusu-aanvallen, de superioriteitsgedrag die (sommige) Afro Surinamers
uit het kustgebied vertonen t.o.v. de Marrons, de rol van de kerk/missie in
die tijd en uiteraard de afschaffing van de slavernij en de 10 jaar semi-
slavernij periode daarna. Het is dus van belang om al deze belangrijke
momenten in ons slavernij verleden in herinnering te roepen.
-
Als wij als
nakomelingen van de in Suriname tot slaafgemaakte zwarte mensen uit Afrika
door de buitenwereld serieus genomen willen worden, moeten wij ons zelf
eerst serieus nemen en onze waarden kennen en koesteren. Wij weten dat onze
normen en waarden, gebruiken, geschiedenis en cultuur aan verandering
onderhevig zijn. Maar laten wij de verandering zelf bewust doorvoeren. Als
wij de moeite nemen om deze zaken eerst te leren kennen en te begrijpen, dan
zullen wij weten hoe waardevol ze zijn en dan zullen wij ons zelf niet
altijd belachelijk blijven maken. Het gaat dus om de suggestie dat wat
gisteren gebeurd is, een gaan Kuutu zou zijn. Ten eerste hoeven wij niet met
zijn allen te weten hoe alles in elkaar zit. Wat wel belangrijk is, is dat
wij wel weten, wat onze tekortkomingen zijn en dan kunnen wij dat
compenseren door andere erbij te betrekken of bij anderen advies in te
winnen. Als ik hoor dat Kaikusi daar zegt dat wij (in mijn eigen woorden)
het recht hebben om onze belangrijke cultuuruitingen te verkrachten en
verdraaien, dan zijn wij niet goed bezig. De ceremonie met de gouden koets
waarmee de Nederlandse Koningin ieder jaar op Prinsjesdag naar de Ridderzaal
van het Binnenhofcomplex rijdt om de troonrede uit te spreken, moet precies
volgens de traditie verlopen. Zij hechten dus waarden aan dit stuk cultuur.
Dat horen wij ook te doen. Gaan Kuutu horen wij ook op de juiste manier te
laten plaatsvinden. Want juist deze zaken zijn datgene wat wij hebben dat
anderen niet hebben en ons dus anders en bijzonder maken.
-
Ik heb ook mij
afgevraagd, welke plek dat deel van het Marron slavernij verleden krijgt in
dit geheel. Realiseren wij ons dat het verloop van het slavenverleden voor
een groot gedeelte is bepaald door de Marronage en alles wat daaromheen is
gebeurd. IK weet dat er heel veel Marrons in Zuidoost wonen. Gisteren was
dat niet te merken. Iemand heeft mij gezegd dat de Marrons nooit bij
Keti-koti in Amsterdam komen opdagen. Is het zo en als dat zo is, hebben wij
ons afgevraagd hoe dat komt? Marrons zijn geen aftreksel of verlengstuk van
Afro Surinamers uit het kustgebied van Suriname, maar een volk dat drie
honderd jaar lang in permanente oorlog heeft geleefd met de koloniale
heersers en zich staande wist te houden. Hun dorpen werden om de haverklap
afgebrand, hun vrouwen verkracht, hun familie meegenomen en op gruwelijke
manier vermoord. Ook één jaar voor de afschaffing van de slavernij hebben de
koloniale heersers geprobeerd om de Marrons uit te roeien. Wij Marrons
zeggen dat wij ons 100 jaar voor de afschaffing van de slavernij hebben
vrijgevochten. Wij hebben geen vrijheid gekregen, maar vrijheid genomen.
Daar zijn wij heel trots op. Want als het aan de heersers zou liggen, zouden
wij nu niet de derde grootste bevolkingsgroep van Suriname zijn. Marrons
hebben ook tijdens de slavernij periode geleden. Mijn voorouders
hoefden niet gedwongen te werken op de plantage, maar wel 100 jaar in angst
geleefd. Laten wij onze gezamenlijk geschiedenis beter proberen te leren
kennen.
-
Ik heb mij verder boos
gemaakt over de opmerking van Kaikusi, toen hij zo denigreren over de naam
Marron sprak en dat hij vindt dat de Marrons, Afro Surinamers moeten heten.
Denken wij zwarte mensen dat anno 2009 wij voor elkaar kunnen gaan uitmaken
hoe wij ons moet voelen en hoe wij ons zelf moeten noemen. Als ik Marron wil
heten, wie is Kaikusi om dat erg te vinden. Waarom vraagt hij mij niet
waarom ik voor die naam heb gekozen. Wij maken een grote fout en dat is om
ons beperkt zelfbeeld en relativerend vermogen op andere te spiegelen.
Kaikusi vindt dat de naam Marron, weggelopen vee betekent en hij kan zich
niet voorstellen dat mensen zijn, die zich met die naam willen associëren.
Maar wat hij vergeet is dat die betekenis vanuit de heersers wordt
uitgelegd. De vraag is wie nou bepaald wat de betekenis van een woord is.
Zijn wij zo kortzichtig om te denken dat wat in de grote Van Dalen staat, de
wet is. Van Dalen is een creatie van de witte maatschappij. Willen wij
onszelf altijd van die invalshoek bekijken en beoordelen? Aan de ene kant
zetten wij ons af tegen de idealen van de witte maatschappij en aan de
andere kant bepalen wij ons leven en bestaan aan de hand van die normen. Dat
is heel grappig en opvallend. Wij Marrons bekijken de naam Marrons
vanuit onze eigen perspectief en wij geven onze betekenis aan naam Marron.
De naam Marrons verbindt alle zwarte mensen die het binnenland zijn
ingetrokken en hun nakomelingen, de naam Marrons geeft weer de onmachtige
positie van de koloniale heersers t.o.v. deze mensen. Marron staat symbool
voor mensen die de bossen zijn ingetrokken, waar de heersers geen controle
meer hebben en kunnen uitoefenen, Marron staat ook voor mensen die een eigen
wil hebben en die in die tijd konden doen, wat de heersers hadden verboden
en tot slot verwijst Marron altijd naar de periode van overwinning van
zwarte mensen op de koloniale heersers in Suriname. Wij, Marrons zijn trots
op deze naam, die een andere betekenis voor ons heeft, dan de betekenis die
de heersers toen eraan hadden gegeven.
Tot slot wil ik benadrukken dat zowel Afro Surinamers, als
Marrons moeten gaan zoeken waar hun gezamenlijkheden liggen en moeten
onderkennen dat er ook verschillen zijn. Alleen dan kunnen wij werken naar
een de grote zwarte hereniging. Wij mogen hoge doelen hebben. Misschien
behalen wij nooit dat ene hogere doel. Maar als je niets hebt om naar te
streven, bereik je ook geen tussen doelen die je nodig hebt om in dit leven
verder te komen.
In maart van dit jaar heb ik op internet een discussie
gestart over de gezamenlijkheid van de twee groepen van zwarte mensen van
Suriname. Misschien helpen meningen van anderen ons om scherper naar zaken
te kijken.
Groet,
Roël Lugard
T:0341423127, M: 0651111299,
r.lugard@teeifuka.nl,
www.teeifuka.nl
n.b.
Dit stuk heb ik op persoonlijke titel geschreven en niet
als voorzitter van SaMON.
terug naar
boven |